Doorbraken ontstaan als je het systeem durft te bevragen
Steden staan wereldwijd onder druk. Klimaatverandering, woningnood, verouderde infrastructuur, sociale ongelijkheid en energieschaarste komen allemaal samen op één plek: de stad. Maar in plaats van vast te lopen in deze complexiteit, ziet Zwanet van Lubek van Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions (AMS Institute) kansen. In haar keynote tijdens het ORAM Next Gen Festival liet zij zien hoe juist onconventionele samenwerkingen steden kunnen transformeren tot veerkrachtige, duurzame plekken.

AMS Institute – het stedelijk laboratorium van de toekomst
AMS Institute in Amsterdam ontwikkelt en test technologische en sociale innovaties in de stad. Van circulaire bouwmaterialen tot klimaatadaptieve pleinen, van slim waterbeheer tot data-gedreven mobiliteit. Wat hen uniek maakt? De brug tussen wetenschap, overheid, bedrijfsleven én bewoners – en het lef om buiten de gebaande paden te treden.

Zoals burgemeester Femke Halsema het verwoordt: ‘Als we de slimste geesten bij elkaar brengen, de meest gedurfde ideeën delen en onconventionele partners verbinden, dan kunnen we samen onze steden opnieuw uitvinden.’

De stad als lerend systeem
Zwanet benadrukt: transformatie gebeurt niet via beleidsnota’s alleen. Een stad moet kunnen leren – van experimenten, prototypes, bewonersinzichten, en fouten. Pilotprojecten, data-feedback en co-creatie zijn de bouwstenen van die transitie.

Leren van elkaar – ook als overheid
Een opvallend pleidooi van Zwanet: gemeenten moeten durven leren van elkaar. Wat in Amsterdam werkt, kan ook werken in Groningen, Eindhoven of Almere – als je maar de lef hebt om het over te nemen. De bereidheid om open te staan voor elkaars lessen, successen én mislukkingen, is cruciaal voor versnelling.