De industrie krijgt de aandacht én de ruimte die ze verdient
Nieuwe nota over industriebeleid van kabinet Vorige week presenteerde Minister van Economische Zaken en Klimaat Micky Adriaansens haar nota over ‘industriebeleid’. Een term die terug is van weggeweest. De Minister wil ermee onderstrepen dat het aandeel industrie in Nederland niet verder mag krimpen en bij voorkeur moet groeien.
Ambitie voor industrie
‘Het belang van de industrie is groter dan ooit’, start de minister haar nota en even verderop: ‘een sector om trots op te zijn.’ Ze schrijft verder: ‘Met de industrie kan Nederland het verschil maken bij de grote transities waar Nederland en de EU voor staan. De industrie speelt een sleutelrol in de verduurzaming van het energieverbruik en het circulair maken van het grondstoffengebruik. En de industrie is de motor van onze innovatieve economie.’
De nota staat verder bol van de ambities; van meer onafhankelijkheid en ‘strategische autonomie’ in de wereld, tot klimaatneutraliteit en circulariteit en diversificatie en innovatie van de economie
Ruimte voor industrie
Bijzondere aandacht is er ook voor het ruimtevraagstuk. Het kabinet geeft in de nota aan het van belang te vinden dat er voldoende ruimte in Nederland beschikbaar is voor de industrie, in het bijzonder in de vijf grote industriële clusters van Nederland (waaronder het Noordzeekanaalgebied) . Dat geldt ook voor de verwerkende en maakindustrie. Om dit te bewerkstelligen wil het Rijk meer centrale regie nemen op ruimtegebruik voor de industrie.
Dit is ook van groot belang voor de Amsterdamse haven en het NZKG. Uit de meest recente data blijkt dat in 2020 zowel de toegevoegde waarde als het aantal banen in het NZKG verder zijn gestegen. Dit geldt in het bijzonder voor het Amsterdamse havengebied. In dit economisch florerende gebied dat volop inzet op energietransitie en circulaire economie, dreigen diverse grootschalige woningbouwplannen, zoals Haven-Stad in Amsterdam maar ook Achtersluispolder en Hembrugterrein in Zaandam echter de ruimte voor industrie, haven en logistiek te beperken. Ontwikkelingen die juist lijken in te druisen tegen het voorgenomen kabinetsbeleid. Juist hier is het van belang dat de industrie de fysieke en milieuruimte behoudt om te kunnen innoveren en te verduurzamen. Dat zal eerder meer ruimte vragen in de toekomst, dan minder.
Kees Noorman, directeur ORAM : “deze nota is goed nieuws voor de industrie. In tijden van negatieve sentimenten over nut en noodzaak van bedrijven, die we in de Amsterdamse regio ook vaak horen, is het goed dat deze Minister lef toont, staat voor de industrie en er ook ruimte voor wil reserveren.”