Minister Hermans kondigt regie aan om ruimtetekort in industriële clusters tegen te gaan  

Geplaatst op: 26 juni 2025

Nieuw alomvattend rapport naar de toekomstige ruimtevraag wijst op (grote) ruimtetekorten in de Amsterdamse haven en NZKG.

Recent publiceerde Minister Sophie Hermans een alomvattend rapport dat de toekomstige ruimtevraag in de vijf industrieclusters van nationaal belang – waaronder het Noordzeekanaalgebied – onderzoekt. Een relevant rapport voor ORAM, dat voorsorteert op het borgen van meer fysieke ruimte en milieuruimte op nationaal niveau en bovendien een geheel nieuw licht werpt op de ruimtevraag in het NZKG. Dit rapport toont aan dat de ruimtevraag in onze regio groter is dan verwacht en in de meeste scenario’s het ruimteaanbod (ruim) overstijgt. Dit vraagt om actie, herijking en bijstelling, want alleen de ook door ORAM vurig gewenste Energiehaven is niet genoeg om de gewenste transities mogelijk te maken.

ORAM is dan ook blij met de aankondiging van minister Hermans om meer sturing van het Rijk op de ruimtelijke opgave te willen geven, inclusief de inzet van ‘nationale instrumenten’ zoals instructieregels. Daarnaast kondigt zij aan de clusters beter te willen beschermen, benutten en strategisch uit te breiden door o.m. fysieke en milieucontouren van de clusters explicieter vast te leggen. Verder roept de minister op om zorgvuldig om te gaan met de hoogwaardige infrastructuur zoals kadegebonden activiteiten of activiteiten met een hoge milieubelasting.

Voor ORAM bevestigt dit rapport wat we al geruime tijd ervaren in de Amsterdamse haven en het NZKG. ORAM steunt daarnaast de visie van minister Hermans om ruimte te beschermen en nieuwe ruimte te ontwikkelen. Daarbij onderschrijven wij volledig dat de kostbare en vitale infrastructuur moet worden gekoesterd (en bijv. niet moet worden opgeofferd aan woningbouw). Elders terugbouwen van scheepswerven of fabrieken is immers onbetaalbaar en nagenoeg onmogelijk gezien de zeer beperkte beschikbaarheid van geschikte ruimte.

De belangrijkste uitkomsten wat ons betreft: 

  1. De onderzoekers hebben zowel gekeken naar de ruimtevraag voortkomend uit de energie- en circulaire transitie als naar de autonome, economische ruimtebehoefte. Vanuit beiden wordt in heel Nederland een aanzienlijke ruimteclaim verwacht in de periode tot 2050.
    •     In drie van de vier toekomstscenario’s voor het NZKG overstijgt de ruimtevraag het ruimteaanbod (fors) en ontstaat een tekort.
  2. In eerdere ruimteonderzoeken (o.a. in het kader van NOVEX ontwikkelperspectief en prognoses van Port of Amsterdam) werd (te) beperkt rekening gehouden met de ruimtevraag als gevolg van de transformatie van havengebied naar woningbouw alsmede de circulaire economie.
  3. De ruimtevraag in het NZKG die voortkomt uit dit nieuwe overstijgende onderzoek blijkt dan ook aanzienlijk groter dan eerdere onderzoeken, waarbij de ruimte van 15 hectare die mogelijk gecreëerd wordt in de energiehaven een belangrijke, maar beperkte bijdrage levert. De totale ruimtevraag is 245 tot 770 hectare, tegenover 305 hectare aan uitgeefbare ruimte. Het gros van de ruimtevraag concentreert zich in de Amsterdamse haven.
  4. De onderzoekers geven aan dat het zou helpen als het Rijk meer het belang van havens voor de energietransitie aangeeft, inclusief de ruimte die daarvoor gereserveerd moet blijven worden door gemeenten. Een mening die ORAM deelt en die recent ook is aangekaart in diverse moties van kamerlid Peter de Groot (VVD) en recent nog Diederik Boomsma (NSC).
  5. Daarnaast speelt het issue dat vrijkomende ruimte in het NZKG op tijd beschikbaar moet zijn. Dit is niet vanzelfsprekend. Voorts is het een uitdaging om de milieuruimte te borgen en te verruimen zodat de nog beschikbare 305 ha kavels überhaupt beschikbaar blijven.
  6. Het beeld dat er genoeg ruimte vrijvalt door de overgang van een fossiele naar een circulaire economie wordt door de onderzoekers uitdrukkelijk bijgesteld. Zo worden fossiele brandstoffen geleidelijk uitgefaseerd. Opslagtanks voor deze brandstoffen zullen dan ook nog geruime tijd nodig zijn, terwijl er tegelijkertijd ruimte nodig is voor opslag van bijvoorbeeld waterstof en andere in te faseren vormen van groene energie. Daarnaast hebben veel bedrijven nog een lange looptijd van hun erfpachtcontract, waarbij sturing of afkoop zeer lastig en kostbaar is.

Conclusie: De ruimtevraag van het NZKG is (veel) groter dan verwacht. ORAM pleit voor herijking  en bijstelling van het regionale beleid op basis van deze nieuwe inzichten – om de gewenste  transities überhaupt mogelijk te maken.

Wie ruimte wil voor de economie van morgen, moet die vandaag beschermen én plannen.