Provincie en ondernemers verenigen zich voor krachtige arbeidsmarkt
De Noord-Hollandse arbeidsmarkt staat voor grote uitdagingen: personeelstekorten, een mismatch tussen opleidingen en de arbeidsmarkt en een "lekkende pijplijn" van afhakers tijdens opleidingen. Esther Rommel, gedeputeerde van de provincie Noord-Holland, en Yasemin Demirtas, programmamanager Arbeidsmarkt bij ondernemersvereniging ORAM, spreken zich uit over de gezamenlijke aanpak die nodig is om de arbeidsmarkt toekomstbestendig te maken.
Krachten bundelen
‘Als provincie hebben we geen formele rol op de arbeidsmarkt,’ zegt Rommel, ‘maar een krachtige arbeidsmarkt raakt alles: werkgelegenheid, innovatie en de toekomst van jongeren.’ Esther Rommel zet zich als gedeputeerde arbeidsmarkt & onderwijs in om onderwijsinstellingen, ondernemers en overheden te verbinden. ‘We hebben in Noord-Holland sterke sectoren, zoals de techniek in Amsterdam en de media in Hilversum, maar we moeten keuzes maken en ons richten op waar we goed in zijn. Zo creëer je een solide basis voor een duurzame arbeidsmarkt,’ stelt Rommel.
Voor ORAM is dit ook een speerpunt. ‘Een krachtige arbeidsmarkt vraagt om samenwerking en duidelijkheid,’ zegt Demirtas. ‘Onze regio heeft veel potentieel, maar we moeten jongeren vanaf hun eerste stage al ondersteunen en bij hun beroepskeuze goed begeleiden.’ Ze benadrukt dat het eerste contact met werk – vaak via een stage of leerwerktraject – cruciaal is voor jongeren. ‘De eerste stappen op de arbeidsmarkt zijn belangrijker dan ooit. We zien dat jongeren die goed begeleid worden, zich vaak sterker ontwikkelen en sneller hun weg vinden.’
Ondernemers aan zet
‘Maar waar ondernemers vaak moeite mee hebben,’ zo benadrukt Rommel, ‘is de begeleiding van stagiairs en starters. Ondernemers willen graag bijdragen, maar begeleiden vraagt tijd en aandacht. Dat kan lastig zijn, zeker voor kleine bedrijven.’ Hierin speelt volgens haar een vereniging als ORAM een belangrijke rol. ‘De ondernemersverenging kan bedrijven ondersteunen met advies en tools voor begeleiding. Samen werken we aan nieuwe oplossingen, zoals externe stagebegeleiders of gezamenlijke opleidingsprogramma’s. Zo verlagen we de drempel en maken we het voor bedrijven haalbaarder.’
Demirtas ziet hier mogelijkheden: ‘Met ORAM willen we ondernemers helpen elkaar te vinden en samenwerking te stimuleren. Daarom gaan we in 2025 een ‘Work Experience Day’ organiseren: een meeloopdag voor jongeren, studenten en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Bedrijven kunnen hun deuren openen en jongeren krijgen de kans om in de praktijk te ervaren wat er mogelijk is.’
Het manifest: een gezamenlijke aanpak
De provincie en ORAM werken samen aan een manifest waarin overheid, onderwijs en ondernemers gezamenlijk de handen ineenslaan. Rommel legt uit dat de provincie de rol van verbinder heeft aangenomen, maar dat het manifest echt van alle betrokken partijen samen is. ‘Een van de grootste problemen is de ‘lekkende pijplijn’ van jongeren die hun opleiding niet afmaken of met die opleiding niet kunnen aarden in hun eerste werkomgevingen. Er is een mismatch tussen wat jongeren willen en wat de markt vraagt. Met dit manifest hopen we jongeren tijdens hun opleiding al te laten kennismaken met het bedrijfsleven en hen te enthousiasmeren voor vakgebieden zoals techniek.
Het manifest bevat concrete acties, zoals nieuwe leerwerktrajecten en samenwerking met onderwijsinstellingen om opleidingen beter af te stemmen op de vraag vanuit de arbeidsmarkt. ‘We moeten af van de traditionele rollen,’ zegt Demirtas. ‘Ondernemers, onderwijs en overheid moeten dezelfde taal leren spreken, elkaars behoeften begrijpen en elkaar aanvullen. Want alleen door samen te werken, kunnen we de arbeidsmarkt toekomstbestendig maken.’
Creatieve oplossingen in de praktijk
Rommel en Demirtas zien de creativiteit bij bedrijven als een essentieel onderdeel van de oplossing. Rommel noemt als voorbeeld bouwbedrijf ESPEQ, onderdeel van breder samenwerkingsverband Dudoc XP rond techniek en technologie in de provincie, dat een eigen opleidingsprogramma voor jongeren heeft opgezet. ‘Toen bepaalde opleidingen te theoretisch werden en niet meer aansloten bij jongeren die praktisch willen werken, nam het bedrijf zelf de handschoen op. Jongeren krijgen bij hen een praktijkgerichte opleiding en behalen zelfs een erkend diploma. Zulke initiatieven zijn goud waard,’ zegt Rommel.
Het doel van deze gezamenlijke inspanning is duidelijk: een krachtige, flexibele arbeidsmarkt waar bedrijven jongeren aantrekken en vasthouden en waar jongeren de begeleiding en kansen krijgen die ze nodig hebben. ‘We willen jongeren motiveren en bedrijven ondersteunen om hen goed op te vangen,’ zegt Demirtas. ‘Vakmensen zijn de ruggengraat van onze economie. Door samen te werken, maken we de regio sterk voor de toekomst.’