Verduurzaming van bestaande fabrieken: volop kansen, als we samen durven
Op 8 mei organiseerde ORAM, in samenwerking met KH Engineering, een inspirerend kennisevent bij Tata Steel Nederland. Centraal stond de vraag: hoe verduurzamen we bestaande industriële fabrieken – en wat is daarvoor nodig? Vanuit onze expertise in brownfields en transitieprojecten deelden we inzichten, aanpakken en praktijkvoorbeelden.

Het kennisevent dat ORAM en KH Engineering op 8 mei organiseerden bij Tata Steel Nederland, trok een volle zaal. De energie was hoog en de inhoudelijke betrokkenheid van het publiek opvallend: er werden kritische vragen gesteld en constructieve oplossingen gedeeld. Annemarie Brüning leidde de middag met flair. Als dagvoorzitter zorgde ze voor een vlotte overgang tussen de onderdelen, hield ze de tijd in de gaten én het publiek scherp. De rode draad van de middag? De energietransitie in de industrie is urgent én haalbaar – als overheid, bedrijfsleven en ingenieurs samenwerken én doorpakken.
Een blik achter de schermen
Voorafgaand aan het inhoudelijke programma kreeg een select gezelschap een exclusieve rondleiding op het terrein van Tata Steel. Deze ‘brownfield site’ – een bestaande fabriek met draaiende productie – gaf een indrukwekkend beeld van schaal, complexiteit en ambitie. De deelnemers spraken na afloop over de enorme volumes, de maatregelen tegen milieuoverlast en de zichtbare stappen die worden gezet om te verduurzamen. Een inspirerende opwarmer voor het programma.
De kracht van samenwerking
Het officiële programma werd geopend door Kees Noorman (directeur ORAM) en Marc Steigenga (CEO KH Engineering). Beiden benadrukten het belang van samenwerking: tussen ORAM en KH Engineering, tussen bedrijven onderling, en tussen de industrie en overheden. ‘KH Engineering bestaat inmiddels 75 jaar,’ aldus Marc. ‘In die jaren hebben we enorme kennis opgebouwd, die we inzetten om bij te dragen aan een duurzame toekomst. Niet alleen voor onze klanten, maar ook voor de generaties na ons.’ Kees onderstreepte hoe belangrijk het is om het investeringsklimaat in de regio te behouden. ‘Transities gaan niet vanzelf. We moeten de handen ineenslaan.’

Masterplan voor brownfields
De eerste spreker, Serdar Erdag (Account Manager New Energy & Infrastructure bij KH Engineering), deelde de aanpak van zijn team om brownfields te verduurzamen. Zijn boodschap: ‘Veel bedrijven slaan de haalbaarheids- en conceptfase van een project over, en komen daardoor later in de knel. Wij pleiten voor een integrale aanpak: eerst goed analyseren, dan pas ontwerpen. Je voorkomt faalkosten en kunt met meer vertrouwen investeren.’ Met praktijkvoorbeelden uit de food- en chemiewereld liet hij zien dat verduurzaming technisch vaak wél haalbaar is, maar organisatorisch en financieel complex. Zijn afsluiter: ‘Niet alles hoeft een sluitende businesscase te zijn. Soms is waarde belangrijker dan winst – en daar heeft de overheid een rol in.’
Ben je benieuwd naar de aanpak van KH Engineering voor het verduurzamen van brownfields? Download hier het masterplan energietransitie voor de industrie.
Groene staalrevolutie
Vervolgens gaf Laura Buil (Project Engineering Manager bij Tata Steel) een doorkijkje in het Groen Staalplan van Tata. Een ambitieus meerjarenprogramma waarin de staalproducent toewerkt naar CO₂-reductie, minder fijnstof en meer circulariteit. Laura nam het publiek mee in de technologische keuzes, van direct reduced iron (DRI) tot elektrische smeltovens, en legde uit hoe een transitie in een brownfield er in de praktijk uitziet. ‘We bouwen een nieuwe fabriek midden op een draaiend complex, en dat vraagt om chirurgische precisie.’ Uit de zaal kwamen veel vragen, onder andere over opschaling, vergunningen en maatwerkafspraken met de overheid. ‘We zitten middenin een complex traject, met nieuwe technologie, strikte regels en veel afhankelijkheden. Maar we zetten door – stap voor stap.’
Nieuwe ketens in de haven
Jaap Koomen (SVP bij VTTI-NL) vertelde over de plannen van Eurotank Amsterdam om een nieuwe fabriek te bouwen voor het voorbehandelen van biobased feedstocks zoals gebruikte frituurvetten en dierlijke vetten. ‘Het lijkt simpel: een oude terminal ombouwen tot iets groens. Maar je loopt tegen alles aan: vervuilde grond, stikstof, vleermuizen, elektriciteitsaansluiting.’ Toch gaat het project door. Jaap was openhartig over de lessons learned. ‘Besteed meer aandacht aan de haalbaarheidsfase. Betrek álle stakeholders vanaf het begin. En wees eerlijk over wat er nodig is: tijd, geld en flexibiliteit.’

Paneldiscussie: waar wringt het?
In het afsluitende panelgesprek werd openlijk gesproken over de obstakels én kansen in de verduurzaming van bestaande fabrieken. De grootste bottlenecks? Gebrek aan netcapaciteit, trage vergunningstrajecten, en onduidelijkheid over langetermijnbeleid. Kees Noorman benoemde de noodzaak van een gelijk speelveld in Europa: ‘Nederland legt de industrie extra lasten op, en dat maakt het moeilijk concurreren met buurlanden.’ Laura Buil pleitte voor maatwerk: ‘We kunnen niet verduurzamen met een one-size-fits-all-beleid.’ En Jaap Koomen riep op tot realisme: ‘Een brownfield is nooit perfect. Maar als je het slim aanpakt, kun je veel bereiken – met behoud van productie én banen.’
De zaal stemde via een interactieve tool mee over stellingen als ‘Is verduurzaming haalbaar zonder steun van de overheid?’ en ‘Moeten bedrijven zelfstandig verduurzamen?’ De antwoorden lieten zien dat er vertrouwen is – maar ook urgentie. Samenwerking, consistent beleid en investeringszekerheid zijn cruciaal.
Tot slot
We sloten het event af met een netwerkborrel, waarin de gesprekken volop doorgingen. Een terugkerend geluid: ‘Goed om te horen dat anderen tegen dezelfde dingen aanlopen – en hoe zij dat aanpakken.’ Verduurzaming van bestaande fabrieken is geen gemakkelijke opgave. Maar het kán – als we leren van elkaar, lef tonen, en het samen doen.