Verschuif de woningbouwopgave richting Almere
Gemeente, regio en Rijk staan op het punt verdere afspraken te maken over infra-investeringen en woningbouw in Almere. Daar zijn drie locaties klaar om tienduizenden woningen te accommoderen. In de afgelopen jaren heeft de gemeente Almere samen met het Rijksvastgoedbedrijf onderzocht hoe Almere Pampus ontwikkeld kan worden. Een kansrijke ontwikkeling die vele woningen in de Metropool Regio Amsterdam op kan leveren. Bijkomend voordeel is dat er geen bloeiende bedrijventerreinen voor gesaneerd hoeven te worden (zoals in Amsterdam wel het geval is) dan wel dat er natuur- of landbouwgronden voor hoeven worden geofferd. Volgens ORAM - Ondernemend Amsterdam is ontwikkeling van Pampus en andere locaties in Almere dan ook een belangrijke stap naar een meer evenwichtige balans tussen wonen en werken in de Metropoolregio.
Kansen in Almere
De Flevopolder is ooit ontstaan als de uitleg-oplossing voor de uitdijende stad Amsterdam. Anno 2024 is deze oplossing in een snel verstedelijkende regio actueler dan ooit. Waar binnenstedelijke transformaties naar woningbouw nauwelijks van de grond komen, biedt Almere in het Centrum, Oosterwold en Pampus grote kansen om snel woningen te realiseren. Pampus verdient daarbij bijzondere vermelding: wonen en werken kunnen hier gecombineerd worden in een energieneutrale stad waar water en bodem sturend zijn, er geen stikstofproblemen zijn en de geluidscontouren van Schiphol geen rol spelen. Tot 35.000 woningen kunnen hier gerealiseerd worden. Met deze aantallen zul je de IJmeerlijn-verbinding moeten aanleggen. Uiteraard hangt daar een prijskaartje aan, maar uit onderzoek blijkt dat het maatschappelijke rendement van deze lijn bijzonder hoog is. Wat echter vaak onderbelicht blijft, is dat binnen bestaande afspraken met het Rijk het in Almere mogelijk is nog duizenden woningen te realiseren, ook zonder deze infrastructurele schaalsprong.
Ruimteclaims
De ruimte is schaars in de MRA en vaak liggen er verschillende ruimteclaims op dezelfde locaties. Ondanks het besef dat ruimte reserveren voor economie in de stad belangrijk is (het regeerprogramma van dit kabinet staat er bol van), hangen er nog veel transformatieplannen als donderwolken boven werklocaties. De combinatie van een stagnerende ontwikkeling van woningbouw in transformatiegebieden en het ontbreken van (aandacht voor) alternatieve ontwikkellocaties houden deze plannen eindeloos in de lucht en houdt daarmee de ondernemers in hun greep. Zo gebeurt ook in de Ontwikkelstrategie 2035 van de gemeente Amsterdam. Hiermee blijft er onzekerheid over de toekomst bestaan bij bedrijven en wordt in de praktijk de milieuruimte verder beknot.
Er ligt een grote druk op de westkant van de MRA waar de vierde zeehaven van Europa zich bevindt. Bedrijven daar hebben (milieu)ruimte nodig om de circulaire economie te realiseren en de energietransitie vorm te geven. De complexiteit wordt vergroot doordat een groot deel van de transformaties naar woningbouw aan deze westkant van de MRA bedacht zijn, waar nu haven en maakindustrie gevestigd zijn, waaronder de scheepreparatiewerf van Damen. Hoe om te gaan met de huidige bedrijvigheid daar? Wie financiert de herhuisvesting mochten er woningen komen en waar moeten deze bedrijven naar toe? Vorig jaar bleek al dat het onmogelijk is om een bedrijf als ICL te herhuisvesten.
Heroriënteer van West naar Oost
In de recente publicatie van ORAM ‘De Transitie van Werklocaties’ pleiten wij al voor een heroriëntatie op de transformatieplannen. Zeker nu op veel van die transformatieplekken de planontwikkeling voor woningbouw tot stilstand komt. Heroriëntatie betekent wat ons betreft niet alleen het kritisch bekijken van de huidige programma’s (waarbij de transformatie van bijvoorbeeld de Sloterdijken een goede optie is). Het verleggen van de focus in de woningbouw van de complexe westkant naar de oostkant van de MRA kan in onze ogen verlichting brengen. Aan de oostkant zijn conflicterende ruimteclaims in aanzienlijk mindere mate aanwezig, zo wordt ook onderschreven in het Perspectief Oostflank MRA.
Ook zijn er financiële overwegingen om de aandacht op Oostflank te versterken. Woningen bouwen in binnenstedelijke transformatiegebieden kennen immers hogere ontwikkelkosten dan in (semi-)uitleggebieden. Een haven saneren vs. bouwen in een weiland: het maakt nogal verschil. Het voordeel in kosten kan worden ingezet om bijvoorbeeld de bereikbaarheid op orde te krijgen en een deel van de ontwikkeling van de IJmeerlijn te bekostigen. Door de woningbouwfocus te verleggen naar oost, kunnen de werklocaties in west blijven liggen op economie, gekoppeld aan verduurzaming en de energietransitie.
Nieuwe aanpak
Deze verlegde focus samen met de vernieuwde aandacht voor het verdichten in bestaande buurten kan een nieuwe kijk en aanpak opleveren voor de woningbouwopgave, waarbij de belangrijke werklocaties grotendeels gespaard blijven. Want de bedrijven en de werklocaties zijn nodig; voor Amsterdam en de regio om haar economie draaiende te houden, maar ook omdat hier de sleutel ligt voor de verduurzamingsopgave waar we voor staan.
Uiteindelijk profiteren we als regio van een goede balans in wonen en werken Wat ORAM betreft stoppen gemeente Almere, gemeente Amsterdam, regio en Rijk alle energie en creativiteit voor de korte en middellange termijn in de ontwikkeling van Almere. En zetten we tegelijkertijd stappen in het verder verduurzamen en toekomstbestendig maken van de werklocaties aan de westkant, samen met de bedrijven.