5 vragen aan René Peters van TNO
In onze rubriek ‘5 Vragen aan…’ stellen we vragen aan leden uit ons netwerk. Dit keer is René Peters, Business Director Gas Technology bij TNO.
1. Wie ben je en wat is je functie?
Ik ben René Peters en ik ben Business Director Gas Technology bij TNO.
2. Wat doe je bij TNO?
Ik ben binnen de unit Energie en Materialen Transitie van TNO verantwoordelijk voor de marktontwikkelingen in de (hernieuwbare) gastechnologiesector. Denk hierbij aan thema’s zoals gasproductie, LNG, gastransport en -opslag, waterstof, offshore energie en systeemintegratie. Ik kijk met name naar de energie transitie op de Noordzee en de ontwikkeling van energie infrastructuur op zee en op land.
3. Wat is je ambitie binnen de energietransitie?
Mijn ambitie is om bij te dragen aan de innovatie en technologie die nodig is om de energietransitie te versnellen. Ik wil daar als onderzoeker met TNO een rol in spelen en dat geeft me veel energie, met name als we demonstratie projecten ontwikkelen, zoals het PosHYdon project: 1 MW electrolyse op zee.
We hebben bij TNO een ‘moonshot’ ontwikkeld, het realiseren van een 500MW offshore waterstofproductie-fabriek op zee in 2030. Deze zal gekoppeld zijn met een windmolenpark waarmee we groene waterstof produceren. Daarmee kunnen we ook bijvoorbeeld groen staal produceren, wat hard nodig is om op een groene manier de windmolens van de toekomst te kunnen bouwen. En dat is slechts het begin, we werken naar windparken van 2, 4, 6 en op den duur 10 GW. We willen een eerste stap zetten naar de bouw van veel meer windparken met waterstof productie op zee.
4. Waar moeten we rekening mee houden als er meer windparken gebouwd worden?
Het gaat heel belangrijk zijn om groene energie gedeeltelijk op te kunnen slaan. Daar komt het voordeel van waterstof in beeld. Het omzetten van elektriciteit naar waterstof geeft de mogelijkheid om te bufferen. We kunnen de energie bijvoorbeeld opslaan in lege gasvelden en daardoor de pieken en dalen van de energievoorziening balanceren. Die combinatie van elektriciteit en waterstof gaat belangrijk zijn om een stabiele en leveringszekere energievoorziening te hebben.
5. Wat is er nodig in Nederland om de versnelling van de energietransitie voor elkaar te krijgen?
We noemen ons doel een ‘moonshot’ met een goede reden. Het is niet dat de technologie er al is en dat we alles al weten, maar we weten wel dat het nodige moet gebeuren. En we weten dat het rond 2030 moet gebeuren, omdat rond die tijd de problemen met de aanlanding van al die windparken steeds complexer worden. Waterstof op zee biedt een goed alternatief waarmee we weer verder kunnen groeien met wind op zee. Maar de verdere opschaling na 500 MW vereist nog minimaal 2 of 3 stappen. Het is niet alleen een technische uitdaging, ook economisch moet het aantrekkelijk zijn. Plus de overheid moet de ontwikkeling ondersteunen met subsidies en de juiste wet- en regelgeving. Dus dat zijn allemaal zaken die de komende 6 jaar echt concreet gemaakt moeten worden.